De jongen en de dolfijn

In de Sinai-woestijn ligt het kleine vissersdorpje Mezeina, waar Abid’allah als vijfjarig jongetje uit een boom valt en zijn gehoor en spraak verliest. Hij groeit op als een eenzame jongen die vaak te vinden is in de Rode Zee, waar hij met de dolfijnen zwemt. Op een dag ontmoet Abid een bijzondere dolfijn: deze blijft steeds bij hem en keert elke dag naar de kust terug om zijn gezelschap op te zoeken. Geleidelijk ontwikkelen zij een speciale band: Abid vindt in de dolfijn, die hij ‘Oline’ noemt, een vriend die, net als hijzelf, eenzaam is. Oline geeft Abid’allah uiteindelijk het vertrouwen en de liefde die hij nodig heeft om weer te gaan praten.